Rust zacht, opa, nu u net bent gestorven.
Nu heeft u vast geen last meer van de pijn
van alles wat uw leven heeft bedorven,
uw rust zal mij zo tot vertroosting zijn.
Nu hoeft u oma niet meer zo te missen,
omdat u voortaan altijd bij haar bent
en alle andere bekommernissen
waar u bij leven nooit aan bent gewend,
die zullen u nu verder niet meer plagen:
geen last meer van een klapperend gebit,
u hoeft niet steeds een kussentje te vragen
omdat u nooit meer ongemakkelijk zit.
Geen apparaatje nodig om te horen
en geen vergrootglas meer om goed te zien
voor eeuwig mag uw bril nu zijn verloren
geen suikerziekteprikken bovendien.
Wat heeft men in ´t hiernamaals aan een stoma?
Uw pacemaker komt eindelijk tot rust.
Die hartklep die u nog verving voor oma -
uw hart klopt nu vanzelf als u haar kust.
De kunstlong kan u daar niet meer benauwen.
U trekt vast niet meer met uw houten been,
Geen last meer van uw kronen bij het kauwen
Of van de doorligplekken en gangreen.
Wat later liep u achter de rollator
die maakte steeds een zwieper naar opzij,
want u was niet zo´n goede navigator,
die tobberij is nu voorgoed voorbij.
Ik denk dat u in die tijd al uw botten
wel eens gebroken hebt, of menigmaal
en dan verving u telkens de kapotte
door ijzer, dus u bent geheel van staal.
Ik weet, ik heb beloofd u te cremeren,
men denkt alleen dat u niet brandt, daarom
kan ik nog slechts één ding voor u proberen:
ik ga naar Hoogovens en smelt u om.
Dan komt u terug als staalplaat in een Bowing
of bent u meer de bumper van een trein?
Of is het soms de opperste verstrooiing
de nagels aan uw eigen kist te zijn?
Maak jouw eigen website met JouwWeb