GEPUBLICEERDE GEDICHTEN
In 2007 verschenen verschillende van mijn gedichten in Roodkoper
In 2016 maakte Wilma Jansen bij elk gedicht een illustratie!
God en seks
Laatst dacht ik toch zoiets geks:
doet God eigenlijk aan seks?
Kent Hij gevoelens van extase?
Het zou me anders niets verbazen!
Het samensmelten is zo fijn,
dat zou ook echt voor Hem iets zijn
Hij heeft het denk ik uitgevonden
en Hij kan vrijen als geeneen
zo heeft Hij zich met ons verbonden
we zijn tenslotte allen één
Ik ben in Hem, Hij is in mij
dat lijkt verdacht veel op gevrij
wie zegt er nou dat seks niet mag
God doet het zelf de hele dag!
In het landschap van mijn ziel loop ik toch zo vaak verloren
door woestijnen van emoties, dorre vlakte, enkel zand
ik, verlaten in de leegte, dorst naar regen en oase
maar geen druppel water valt er op mijn droge land
Aan de randen van mijn innerlijk ravijn
kan ik uren staan te turen
maar ik spring er nimmer in
IN DE CLINH
Mijn hoofd, mijn hart, mijn buik, mijn kruis
willen verschillende dingen
Ze houden in mijn lichaam huis
en zijn niet te bedwingen
Ze trekken alle kanten op
ze zullen mij verscheuren
want als ik roep van ho en stop
dan blijven ze toch zeuren
Al mijn zeven chakra's
liggen danig in de clinch
en samenwerken doen ze
zelfs niet enigszins
Knoop mij aan de aarde vast
verweef me met haar mensen
laat mij niet zo zielalleen
hier dwalen zonder grenzen
ik wil een deel zijn van 't geheel
en me verbonden weten
samen zijn, compleet en heel
om niet te zijn vergeten
Raak me aan, bereik mij toch
een stip in doodse stilte
deze mens die losjes leeft
en eenzaam door het luchtruim zweeft
verlos mij uit mijn kilte
beerput
haal je mest op
emmertje voor emmertje
giet het uit over je akker
laat de zon erover schijnen
liefde van jou en anderen
bevloei het met je tranen
waar is toch de sleutel
van jouw ribbenkast?
dan kan ik daarin wonen
´k weet zeker dat het past!
een deurtje in je borstbeen
opent voor mij alleen
en valt in het solide bot
achter mij in ´t slot
jouw harteplek
mijn vaste stek
zo word ik alle dagen
overal heen gedragen
bij het werken, eten, vrijen
ben ik voortaan altijd bij je
Was het echt ooit eerder lente?
stond die boom daar vroeger al?
heb ik hem dan nooit zien bloeien -
kleur en bloesem overal?
geur van nieuw begin en schoonheid
overdadig en royaal
vroeger had ik daar geen oog voor
maar het was er allemaal
pas nu ik gelukkig ben
zie ik de wereld die ik ken
Wil je met mij wandelen en door de bossen struinen
wat baggeren en banjeren, te hooi en te grasduinen
Paraderen en flaneren langs de boulevard
slenteren en drentelen, gearmd met elkaar
Ik wil met je scharrelen, zo lekker zij aan zij
ommetjes lang ben jij dan helemaal van mij
Dauwtrappen of wadlopen, een dagtocht met de trein
waarheen kan me niet schelen, als wij maar samen zijn
Als ik dood ben en vergaan
wil ik humus zijn voor planten
voor de hop, valeriaan
voor rozen, ranonkels en chrysanten
Ben ik voedingsstof voor bomen
door hun wortels opgenomen
leef ik voort in tak en bast
enkel nuttig, niets tot last
ben ik lekker stof der aarde
dan heeft dit overschot nog waarde
Delf mijn graf, ik zal niet rouwen
donkere, vochtige, vruchtbare aarde
pas omgewoeld, lekker koel
geurend naar het vanille van herfstbladeren
ja laat het herfst zijn
alle bladeren komen los van hun takken
en geven zich over aan een duizelingwekkende tocht naar de grond
één blad valt in het graf, nog voordat de kist zakt
de herfst is een mooie tijd om te sterven
Of laat het winter zijn
het gat gebikt in bevroren grond
Ik zal wegwijzers plaatsen naar mijn huis
met felgeel krijt pijlen tekenen
op de stoep voor mijn deur
en overal bordjes zetten
met de afstand tot mijn hart
In het bos zal ik strikjes aan takken binden
routebeschrijvingen droppen
boven onherbergzaam gebied
en iedere dag laat ik een broodkruimelspoor na
waar ik ook ga
zodat jij de weg naar mij altijd kunt vinden
Zoek je al?
Een reus geveld in het Vondelpark
Daar lig je nu
gezaagd in mootjes
je takken op een hoop geharkt
gestuit in de bloei van je leven
zonder eerlijk gevecht
Voor jou geen bijl
waartegen je strijd kon leveren
je huid duur kon verkopen
door weerstand van je weerbarstige bast
door het gewicht waarmee je zou vallen
het ongewisse van de kant waarop
Ik heb zoveel niet nodig
een waterplas, wat pollen gras
dan ben ik al tevreden
dan ben ik in mijn sas
wanneer ik eens een reiger zie
een meerkoet die haar jongen voert
een fuut, een doodgewone eend
dan raak ik al ontroerd
de wolken aan de hemel
de dauw van 's ochtends vroeg
en hier en daar een klaproos
dan heb ik al genoeg
Maak jouw eigen website met JouwWeb